31.10.2022: Tekst niet meer op website op verzoek van pro's.

 

 

Beginnen met Golf

Golf is, simpel gezegd, een spel met bal en stok. Erg verslavend, dus je bent gewaarschuwd! Heb je interesse in de sport, maar je nog weinig verdiept in golf, hieronder leggen we je de basis elementen uit.

Ervaring opdoen

De beste manier om de sport eens te ervaren, is meedoen aan een golfclinic of introductielessen. Hierin maak je kennis met alle onderdelen: afslaan, chippen en putten. Je maakt tegelijk kennis met andere mensen die overwegen om met de sport te beginnen. Een clinic of introductieles duurt meestal 1 of 2 uur. HGAC, de Golfschool van de Haarlemmermeersche, biedt met regelmaat introductielessen aan voor hele schappelijke tarieven.

Wat is golf?

Golf is simpel gezegd een sport en spel met een bal en stok. Een golfbaan bestaat meestal uit 18 maar ten minste uit negen holes. Die golfbaan probeer je in zo weinig mogelijk slagen te spelen.
Een golfbaan heeft meestal 18 maar ten minste negen holes. Elke baan is verschillend en de negen of 18 holes zijn ook allemaal verschillend en dat is het unieke aspect aan golf. Bij de meeste sporten zijn de maten van het veld nauwkeurig voorgeschreven. In golf is elke hole op de hele wereld anders en dat maakt het zo leuk om op verschillende banen te spelen.

Opbouw van de baan

Het spel begint op de afslagplaats (de tee). Het doel is om de bal eerst naar een kort gemaaid stuk gras (de 'fairway') te slaan en daarna of meteen naar de 'green'.
Aan weerszijden van de fairway ligt 'rough'. Vanaf de fairway is het makkelijker om de volgende slag te doen dan uit de rough. In de rough is het gras hoger of helemaal niet gemaaid en vaak staan er bomen en struiken. De bomen en struiken staan soms in de weg.
Fairway en rough samen noemen we ‘door de baan’. Vanaf de fairway en vanuit de rough probeer je zo snel mogelijk op de green te slaan. Op de green is het gras zeer kort gemaaid en dit is het meest kwetsbare onderdeel van de baan. Op de green zit de 'hole', het gat waar de bal in moet. Het gat in de green wordt om de zoveel dagen op een andere plaats van de green aangebracht. Als de bal in 'het gat' zit, wandel je naar de volgende hole en ga je die spelen.

Niet alle holes op een golfbaan zijn even lang. Er zijn drie soorten:

  • Par-3 (tot ongeveer 230 meter)
  • Par-4 (tot ongeveer 430 meter)
  • Par-5 (vanaf circa 430 meter)

Deze getallen geven aan hoeveel slagen een zeer goede speler met handicap 0 (nul) nodig heeft om de bal vanaf de afslagplaats in de hole te krijgen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de speler op de green twee slagen, ofwel twee putts, nodig heeft. Dit betekent dat op een par-3-hole de bal vanaf de afslagplaats met één slag op de green moet worden geslagen, op een par-4-hole in twee slagen en op een par-5-hole in drie slagen.
Als je een par-3 in drie slagen, speelt maak je par. Als je er vier slagen over doet, maak je bogey. Vijf slagen is een dubbele bogey en zes een triple bogey. Een 2 op een par-3 is een birdie.

Stokken

Een stick in golf wordt een stok of een club genoemd. Er zijn verschillende stokken. Bijvoorbeeld een driver. Met een driver sla je heel ver maar het is ook een moeilijke stok om onder controle te krijgen. Een putter gebruik je voor korte slagen waarbij de bal rolt. Een putter lijkt op de stok je die bij minigolf gebruikt.

Hindernissen en obstakels

Er zijn twee soorten hindernissen: bunkers (zandkuilen) en waterhindernissen (vijvers en sloten). Een golfbaanarchitect brengt die aan in de baan om het spel uitdagend maken.
Ook staan er bankjes, informatieborden, paaltjes en andere door mensen gemaakte voorwerpen in de baan. Dit noemen we obstakels. Er zijn vaste en losse obstakels. Een hark in de bunker is bijvoorbeeld een los obstakel. Voor obstakels gelden speciale regels.
Op een golfbaan kun je ook molshopen, konijnenholen en andere gaten van gravende dieren tegenkomen. Dit noemen we abnormale terreinomstandigheden. Ook kun je tijdens het golfspel last hebben van losliggende takjes, blaadjes, steentjes, dennenappels, wormpjes en andere losse natuurlijke voorwerpen.

Verloop van het spel

Je gaat alleen of met een groep (flight) van twee tot vier personen de baan in. Als iedereen heeft afgeslagen slaat vervolgens steeds degene wiens bal het verst van de hole af ligt.
Tussen de afslagplaats en de green speel je - bij een goed geslagen bal - vanaf de fairway (gras). Op de fairway kun je ook waterhindernissen en bunkers tegenkomen. Als je bal in deze hindernissen ligt, gelden er aparte regels. Als je bijvoorbeeld de bal kwijtraakt in het water, mag je een nieuwe bal spelen maar met bijtelling van een strafslag.
Op de green aangekomen, ga je putten. Ook hier wordt het eerst de bal gespeeld die het verst van de hole ligt. Als de andere ballen in de weg liggen, worden ze tijdelijk opgepakt, nadat de ligplaats is gemerkt met een marker (bijvoorbeeld een muntje). Eventuele inslagen van de bal (pitchmarks) op de green moeten direct gerepareerd worden (met pitchforks). De vlaggenstok wordt uit de hole gehaald en op of buiten de green gelegd. Als iedereen de bal in de hole heeft geslagen, verlaat je zo snel mogelijk de green om achterop komende spelers niet te hinderen.

Golf, een fysieke sport

In een ronde golf van 18 holes ben je al snel vier uur of meer onderweg, afhankelijk van het aantal personen met wie je speelt en de drukte in de baan. Je wandelt dan gemiddeld zo’n 7 à 8 kilometer, waarbij je ook nog je materiaal moet dragen of je kar (trolley) moet voortduwen of trekken. Je verbruikt dus de nodige energie en verliest vaak zo’n twee liter vocht tijdens een ronde.
Wil je minder intensief golfen? Dat kan ook! Zo zijn er talloze, kleinere par-3-banen in Nederland en kun je je korte spel goed oefenen bij de pitch & putt-banen in het land. Voor oudere spelers die niet meer zo goed kunnen wandelen zijn er buggies.

Conditie, flexibiliteit en kracht

Tijdens een golfswing zijn er heel wat spieren in je lichaam actief. Veelal spieren die je bij je dagelijkse bezigheden niet (zo intensief) gebruikt. Het is daarom raadzaam die spieren ook te trainen op kracht en lenigheid. Dat kan bijvoorbeeld door een aantal draaioefeningen te doen, op de drivingrange (het oefenterrein) of thuis. Veel oefeningen kunnen zonder apparaten gedaan worden. Je eigen lichaamsgewicht is vaak al voldoende.
Je uithoudingsvermogen is natuurlijk ook belangrijk en wordt in een ronde golf goed onderhouden. Merk je echter dat je moeite hebt om 18 holes te spelen, ga dan zeker niet forceren en probeer het langzaam op te bouwen. Thuis wandelen, joggen en/of fietsen zal hier ook bij helpen. Hoe beter je conditie is, des te beter je concentratie blijft.

Blessures

Mocht je klachten krijgen, dan is het raadzaam om niet alleen naar de dokter of fysiotherapeut te gaan, maar zeker ook naar je golfleraar. Een verkeerde houding kan al direct tot klachten leiden en dan hebben we het nog niet eens over de swing zelf. Doe ook altijd een goede warming-up voordat je gaat spelen, oefenen of lessen. Dit voorkomt een hoop blessures en kan op lange termijn zelfs leiden tot meer flexibiliteit. 


Links